Vonken tussen jongeren, jeugdwerk en lokaal jeugdbeleid

Het komt erop aan om bruggen te
slaan tussen al de ideeën die opborrelen.

Gill Blondeel

Op een vrijdagnamiddag in februari stappen we binnen in een voormalig rusthuis in Kortrijk. Het is nu de tijdelijke stek van Jeugdhuis De Stroate. We hebben er afgesproken met een bont allegaartje jongeren en jeugdwerkers voor een gesprek over participatie.

Coördinator Siebrand Craeynest is net AkB (24) aan het rondleiden, een jonge hiphopartiest uit Antwerpen. “Jongeren die hier hun kunstatelier hebben ingericht, dragen samen zorg voor de plek en hebben elk hun sleutel. Slam poetry, graffiti, hip hop, dans en zelfs tapijtweven komt hier samen onder één dak.” De ooit stille rusthuiskamers bruisen nu van de jeugdige creativiteit.

Ook Bert Dusselier en Gill Blondeel komen aan. Bert werkt voor Jeugdcentrum Tranzit in Kortrijk. Hij ondersteunt jong skategeweld Gill (26) bij het opzetten van een lokaal project om verschillende generaties te verbinden in een positieve vibe. De middelen daarvoor komen van het European Solidarity Corps.

Onze laatste gast is Dorien De Vidts, die hiphopworkshops in jeugdgevangenissen organiseert, samen met artiesten als AkB. Hun missie: via hiphopcultuur jongeren perspectief bieden, een netwerk geven en hen sterken in hun verwerkingsproces.

De gemene deler? Dat is The c.i.p.h.e.r. een internationale hip hop community die Dorien in 2015 in het leven riep met steun van Erasmus+ Jeugd. Ook Siebrand en Bert namen deel aan dit project. Voor Siebrand was deze ervaring een sterke stimulans om in Kortrijk de Hiphopacademie uit te bouwen, waaruit later De Stroate geboren werd.

Met deze vijf stemmen schuiven we aan tafel voor een babbel over participatie, hiphop en empowerment in Kortrijk. Een onderwerp dat zoveel passie oproept, dat spieken naar de voorbereide vragen niet nodig is.

De droom van Gill

Het begon in de winkelstraat van Kortrijk. Bert en Gill raakten aan de praat over de uitdagingen op het skatepark Luxaplast. Gill speelde met het idee om naar het voorbeeld van Roeselare een container te gebruiken om activiteiten op te zetten. Ook Tranzit was op zoek naar een manier om de negatieve beeldvorming over jongeren op het skatepark om te buigen naar iets positiefs. Bert raadde Gill aan om zijn idee op papier te zetten, en zo ging de bal aan het rollen.

“Het is mijn droom dat een divers publiek van jong en oud elkaar daar kunnen ontmoeten”, zegt Gill. “Dat zal niet vanzelf gaan. We beginnen klein, met een paar evenementen. We zullen dan wel merken welke gasten gewoon komen ‘toeristen’ en wie echt betrokken wil zijn. Dan komt het erop aan om bruggen te slaan tussen al de ideeën die opborrelen.”

Het parcours van AkB

“Ik heb van mijn 4de tot mijn 18de in instellingen geleefd. Zelfs even in een jeugdgevangenis omdat er geen juiste hulp was. Daarna kwam ik op straat terecht. Ik heb ervaren hoe moeilijk het is om vanop de straat in een project te belanden. Pas rond mijn 20ste voelde ik dat ik ergens iets kon betekenen. Bij heel veel organisaties kreeg ik het gevoel dat ze me eerder voor de subsidies dan voor mezelf betrokken. Pas bij Cachet vzw kon ik echt terecht met mijn verhaal. Daar kwam ik in contact met Dorien die me opnam in haar project. Met studio 1 room gaan we workshops geven in jeugdgevangenissen vooraleer jongeren op de straat terecht komen. We willen ze laten doorstromen naar organisaties zoals De Stroate, en tonen dat er hoop is. Ik weet 100% zeker dat als ik niet die support had gekregen om met muziek bezig te zijn, dat ik terug op straat zou belanden.”

Ik weet 100% zeker dat als ik niet die support had gekregen om met muziek bezig te zijn, dat ik terug op straat zou belanden.
AkB

Doriens passie

“Het startte allemaal vanuit de liefde om met jongeren te werken en een passie voor hiphop. Vooral dan voor wat je er maatschappelijk mee kan doen bewegen. Hun songs vertellen de verhalen van de jongeren, ze leggen wonden in onze samenleving bloot en geven visies voor de toekomst.” Tijdens The c.i.p.h.e.r. kregen twintig jongeren uit Antwerpen, Kortrijk, Den Haag en Berlijn de kans om uit te wisselen over thema’s die hen bezighielden. Ze ontmoetten elkaar in Berlijn en in Antwerpen/Kortrijk om samen muziek te maken en op te treden. Daar is een album en een documentaire uit gekomen. Dorien vindt het fantastisch om te zien hoe dankzij de toewijding van jongeren uit de zaadjes van dat internationale project De Stroate is ontkiemd.

Het vuur van Siebrand

Siebrand ontdekte tijdens The c.i.p.h.e.r. hiphop als tool voor empowerment, door plekken zoals Gangway Beats in Berlijn te bezoeken, een hiphop/straathoekwerk initiatief. “Het project heeft de vonk doen overslaan om alle hiphopinitiatieven uit Kortrijk samen te brengen.” Eerst begonnen ze met instuifjes in Jeugdcentrum Tranzit, nadien volgde een vzw met Cinépalace als eigen plek. De stad zag de nood en bood ondersteuning. Vanaf 2018 werd De Stroate uitgebouwd als een jeugdhuis en academie voor hiphop. “Binnenkort verhuizen we opnieuw naar een andere locatie. Het jeugdhuis blijft een bruisend vat vol potentieel. Er staan ook al nieuwe samenwerkingen met Doornik en Lille op til.”

Jongerenparticipatie, what’s in a name?

Jongerenparticipatie, wat is dat voor onze gesprekgenoten? Voor AkB is het belangrijk dat jongeren het project zelf in handen hebben. “Volwassenen kunnen wel een luidspreker of katalysator zijn, maar that’s it.” Er moet vooral ook ruimte zijn om fouten te maken. Dan pas kan je er iets uit leren. “Al te vaak zijn het de volwassenen die de eindbeslissing nemen, als een klop op tafel van een rechter.” 

Bert ziet een duidelijk verschil tussen jongeren die deelnemen versus deelhebben. “Waar vroeger de stad vaker projecten opzette en nadien zocht naar jonge deelnemers, ontstaan er nu meer projecten waar jongeren zelf echt baas zijn van het hele traject.” Gill beaamt: “Het is essentieel dat een jeugdwerker je alle vertrouwen geeft en geen controle uitoefent.” Siebrand: “Je moet ook echt luisteren naar wat jongeren te zeggen hebben. Dan pas voelen ze een sense of belonging.”

Zoeken naar een goeie balans

Als jeugdwerkers zien Bert en Siebrand ook de moeilijkheden van jongerenparticipatie. Je moet je erg bewust zijn van het kader waarin je werkt, zeggen ze. Het is bijvoorbeeld makkelijk om in de val van inclusiesubsidies te trappen. Dat is als je subsidies gebruikt om bepaalde jongeren te betrekken die geen vragende partij zijn of slechts beperkt betrokken worden. Jongeren hebben een goeie neus voor dat soort schijnparticipatie. 

Jeugdhuizen zijn soms ontstaan om jongens van de straat te houden zodat ze geen schade kunnen aanrichten. Maar volgens Siebrand gaat het vandaag niet louter om preventie, maar eerder over de ontwikkeling en het inzetten op de kracht van jongeren.

“Het internationale project heeft de vonk doen overslaan om alle hiphopinitiatieven die in Kortrijk al gestart waren samen te brengen.”
Siebrand

Siebrand’s ideaalbeeld is een jeugdhuis waar jonge hiphoppers de kans krijgen om bij wijze van spreken hun eigen ‘tafel’ te bouwen, op basis van hun eigen spelregels. Zo staan ze sterk als ze met anderen aan die tafel gaan zitten. “Zij kennen het spel dat ze spelen het best. Je moet er als jeugdwerker voor opletten dat je niet te beklemmend of te sturend werkt, maar eerder ondersteunt.”

Die rolverdeling groeit organisch, merkt Bert op. Als jeugdwerker weet je zelf niet altijd precies waar het naartoe gaat. Dat zijn de risico’s die je neemt, ook als je subsidies aanvraagt. “Als sociaal werkers moeten we erover waken niet te snel de controle over te nemen om tot een goed resultaat te komen.” 

“Het geld moet ook naar de jongeren zelf kunnen gaan”, vindt Dorien. “Zodat zij ook workshops kunnen geven en ideeën krijgen hoe ze daarmee hun boterham kunnen verdienen.”

Participatie als proces

Hun eigen zeg doen over de jeugdhuiswerking, dat kunnen de jongeren elke maand tijdens de open Stroate meeting. Maar het kan ook spontaan wanneer ze er op andere momenten over de vloer komen. Niet alle jongeren willen echter even sterk betrokken zijn. Siebrand: “Sommigen hebben gewoon een plek nodig om hun eigen ding te doen en dat is prima. We hebben niet de verwachting dat jongeren met een bepaalde regelmaat komen, zoals in een kunstenacademie. Het draait meer om het proces dan om het product.” “Muziek is bovenal een uitlaatklep”, zegt ook AkB.

Dorien benadrukt dat dit proces vooral belangrijk is als je werkt met jongeren in kwetsbare situaties. “Deze jongeren hebben vaak al zoveel uitdagingen dat het moeilijk is om in een bepaald stramien te passen. Dan is het gewoon belangrijk om iets aan te bieden: je kan hier chillen, je skills ontwikkelen in beatbox of rap of dans, je kan ook ondernemen als je wilt. Het is aan de jongere om te ontdekken wat past.


Dit artikel verscheen in de 7de editie van het SCOOP-magazine. Een overzicht van alle edities vind je hier

Foto's: Stein van der Looij