Participatie begint vanuit een persoonlijk verhaal


Jongeren aan het roer bij #WeDecolonizeVUB

Ik geloof dat als wij werken aan community building, dat ook structurele gevolgen gaat hebben.

UCOS (Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking)

Op de campus Etterbeek van de VUB bloeit iets moois: een krachtig participatief project voor en door studenten van kleur.

Latifah Abdou (24 jaar) werkt sinds 2020 bij het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS). Ze is deeltijds projectcoördinator.

De kiem van het project werd in 2020 gelegd, toen UCOS Latifah Abdou aan boord haalde om een project over dekolonisering en antiracisme op te zetten.

Ze trommelde terstond haar eigen vriendenkring op om de krijtlijnen uit te zetten. Een ding stond snel vast: dit project mocht niet dienen om nog maar eens het belang van dekolonisering uit te leggen. Latifah: “We wilden daarentegen iets concreets doen voor geracialiseerde studenten, studenten als onszelf dus. Ons doel? Hun welzijn verbeteren, door met het project een veilige plek te creëren waar ze zich kunnen ontplooien.”

Een bib als eigen stek en uitvalsbasis

Inspiratie vond Latifah in haar eigen studententijd. De universiteit, het zou een baken van kennis over de wereld moeten zijn. “Maar in de lessen internationale politiek kreeg ik bijvoorbeeld maar twee lessen over het Globale Zuiden, terwijl de bevolking van die regio véél groter is dan deze in het Westen.” Uit dit onevenwicht ontsproot het idee om een dekoloniale bibliotheek in te richten, waar fictie en non-fictiewerk van niet-Westerse auteurs en auteurs met een migratieachtergrond verzameld wordt.

“Deze bibliotheek is een zichtbare, nieuwe plek op de campus. Het is een bewuste keuze deze buiten de muren van de VUB-bib te huisvesten. Symbolisch en mentaal heeft het veel betekenis als je een plek kan aanwijzen in de universiteit – een instelling die initieel niet eens openstond voor geracialiseerde mensen– en zeggen ‘wij zijn dit gestart’. We bezetten letterlijk en figuurlijk nieuwe ruimte op de universiteit.” De dekoloniale bib wordt helemaal beheerd door de betrokken studenten.

Dekolonialiteit: kritiek geven op onderdrukkende structuren (zoals imperialisme, kolonialisme, kapitalisme, racisme) en deze ontmantelen.

Geracialiseerd: wanneer je door andere mensen en de samenleving systematisch anders bekeken en behandeld wordt omwille van een niet-witte huidskleur.

Maar met een bib bereik je niet iedereen, beseft Latifah. “Daarom zijn er ook fysieke events, om zo interactie op gang te brengen.” In de opzet van de events wordt bewust een balans gezocht tussen grotere, open bijeenkomsten waar alle studenten welkom zijn, en kleinere, gesloten events die enkel voor studenten van kleur bedoeld zijn.

“De opening van de bib was tegelijk ons eerste event, waarbij we de aandacht voor dekolonisatie in vraag stelden. Want dekolonisatie is vandaag heel erg ‘in’ in het Westen, maar is in wezen een strijd die al eeuwenlang in het Zuiden gevoerd wordt.’” Komende maanden staan nog heel wat publieke events op de planning, waaronder een lezing van een Afro-Belgische kunstenares van wie een aantal werken tijdelijks een stek vinden in de bib, een event in samenwerking met de ULB over racial bias in technologie.

De eigen stem als leidraad voor connectie en community building

Het project ontving bij de start tijdelijk middelen van de universiteit. “Maar vanaf het tweede jaar wilden we het project verankeren en meer focussen op het creëren van een gemeenschap van geracialiseerde studenten. Die stap was niet makkelijk: je moet beslissingen maken over een toekomst waarvan je eigenlijk nog niet goed weet hoe die vorm gaat krijgen.” Het project werd als Participatieproject goedgekeurd bij Erasmus+ Jeugd en ontvangt nu twee jaren steun.

Na de meer experimentele start, wordt nu sterk ingezet op een participatieve, bottom-up aanpak met een kerngroep van 12 studenten van kleur aan het roer. “Zij zijn het kloppende hart van het hele project”, verduidelijkt Latifah. “De kernvragen voor hen zijn: wat mis jij, als student van kleur op de VUB? Welke ideeën heb jij? En wat wil en kan jij mee op poten zetten?” De stem van de jongeren als leidraad, dus.

“Alles wat we doen in dit project, vertrekt vanuit hun verhalen, ambities en mogelijkheden. Zo kwam iemand met adoptieverleden met het idee een event over transnationale adoptie en de gevolgen ervan te organiseren. Op hun beurt inspireerden de internationale studenten, bij wie eenzaamheid een belangrijk probleem is, ons om een kleinschalige workshop op te zetten onder begeleiding van een psycholoog van de VUB. Deze is zelf van Keniaanse afkomst en gespecialiseerd in cultuursensitieve zorg en migratietrauma’s. De deelnemers daaraan zijn nu nog steeds met elkaar in contact. Dit soort van connectie en community building heb je enkel bij kleine, besloten events.”

Verdriet en vreugde

De kerngroep ging ook samen op weekend, om de onderlinge banden en de ownership te versterken. “Iedereen heeft er een migratieachtergrond, met een heel verhaal. Het was een emotioneel heftig weekend. We worden allen vaak met micro- of macro-agressies geconfronteerd, en als je verhalen deelt kom je te weten dat je niet alleen bent, maar ook dat het structureel is. Het ligt dus niet aan jezelf. Maar daardoor besef je ook: dat gaat niet zomaar weggaan, dat is ingebed in de samenleving.”

“Maar we praten niet altijd over dingen die ons pijn doen, maar ook over wat ons gelukkig maakt. Zo hadden we onlangs een event over black joy, een event dat vertrok vanuit de nood van een van de studenten om niet altijd over pijn te praten.” Ook op het Instagram-kanaal wordt vooral op het positieve gefocust: invloedrijke stemmen zoals Dalilla Hermans, Nadia Nsayi of Yassine Boubout deelden er via Monday Recommendations wat hen inspiratie en moed geeft.

Zoektocht naar het juiste format

“Participatie vormgeven: het is al doende dat je het leert. Het is doorheen het traject dat je ook ziet wat er werkt en wat er niet werkt qua formats. Nu zien we bijvoorbeeld dat kleinere events best passen in onze visie op community building.” Ruimte voor verbetering is er dus altijd en is ook broodnodig: “Ik wil niet vasthangen in een bepaalde manier van werken, enkel omdat we die vastgelegd hebben in het verleden. Onze manier van werken moet flexibel zijn, we moeten ook de tijd nemen om dingen te herdenken”.

Latifah’s eigen rol in het project is ook geëvolueerd. “In 2021 was ik zelf eerder deel van die groep studenten, we deden eigenlijk maar wat (lacht). Mijn rol vandaag is meer die van een facilitator en ondersteuner. UCOS neemt ook alle financiële en andere lasten op zich, zodat de studenten zich ten volle kunnen toeleggen op hun inbreng en het organiseren.”

De voedingsbodem voor participatie

Wat zorgt er voor dat participatie echt ‘werkt’? Latifah deelt een paar tips uit de praktijk.

1. De juiste toon “Participatie werkt het best als je het persoonlijk maakt. Om te participeren moet een persoon zich geroepen, aangetrokken voelen tot een bepaalde werking of onderwerp. In onze oproep voor deelnemers aan de kerngroep hebben we dat principe toegepast: deze was geschreven op een bepaalde toon en met bepaald woordgebruik zodat personen van kleur zich erin herkennen."

Om te participeren moet een persoon zich geroepen, aangetrokken voelen tot een bepaalde werking of onderwerp.

2. De juiste persoon “Onze vraag om deel te nemen kwam ook van iemand zoals henzelf – een geracialiseerde student. Ik vroeg dus geen participatie van een groep waar ik niet toe behoor.”

3. Gedeelde basis “Diversificatie van gedachtengoed onder de deelnemers van een participatief traject is goed, maar het is ook wel belangrijk dat er wel een common ground is. Wij gaan in ons project bijvoorbeeld niet discussiëren of de dekolonisatie belangrijk is of niet. De aanwezigheid van deze basisvisie was een selectiecriterium in de samenstelling van de kerngroep.”

4. Eerst verbinding, dan participatie “Duurzame participatie vertrekt niet vanuit “jullie moeten echt iets doen rond dàt thema” maar vanuit een persoonlijk verhaal en innerlijke drive. Participatie is: ‘Vertel uw verhaal. En wat wil jij daar nu mee doen?” In een veilige, persoonlijke context borrelen ideeën vanzelf op en volgt de participatie spontaan.

5. Geen eenheidsworst “Hoe iemand participeert, moet binnen de mogelijkheden van die persoon liggen. Niet iedereen hoeft evenveel te participeren. Je participeert in hoeverre je het kunt. Participatie begint vanuit een persoonlijk verhaal, en het moet ook iets opleveren voor jou. Daar moeten we eerlijk in zijn.”

Niet iedereen hoeft evenveel te participeren. Je participeert in hoeverre je het kunt.

Op adem komen

Wat wil #WeDecolonizeVUB voor jongeren zelf betekenen? Latifah: “In de eerste plaats, een plek waar naar studenten van kleur wordt geluisterd, waar hun ideeën resoneren met hun omgeving. Het project kan een plaats kan zijn waar ze zich thuisvoelen, waar die ‘guard’ even naar beneden kan, waar ze even op adem kunnen komen. Waar hun engagement, wat ze ook willen doen, wordt herkend.”

“Langs de andere kant, voor de bredere studentenpopulatie waaronder witte studenten, wil ik dat ze zich bewust zijn van in welk soort universiteit ze zitten. Ik wil dat ze zich vragen stellen bij hun lessen, bij wat ze er leren. Wees kritisch over de narratieven die je hoort!”


Een droom

Of #WeDecolonizeVUB ook mikt op structurele verandering, bijvoorbeeld in de werking van de universiteit? Latifah wikt haar woorden: “Ik geloof dat als wij werken aan community building, dat ook structurele gevolgen gaat hebben. Ook het bestaan van dit project zelf en ruimte die het inneemt, is al een mijlpaal op zich. Maar ik heb zelf geen ambitie om met dit project structurele verandering teweeg te brengen in de VUB als instelling. Ons project zit ook niet ingebed in de structuren van de VUB. Beleidsaanbevelingen schrijven: dat klinkt heel mooi, maar je moet een kosten-batenanalyse maken: een student die op dit moment aan de VUB zit heeft daar niet direct iets aan, en het is ook niet hun taak. Waar ik wel op hoop is dat wat wij doen op het vlak van community building, uiteindelijk naar boven toe doorsijpelt.”


Dit artikel verscheen in de 7de editie van het SCOOP-magazine. Een overzicht van alle edities vind je hier

Foto's: Vonkdesign

Lees verder